Ontboezemingen

Wie ben ik nog als ik geen schrijver ben

(Geschreven zaterdag 31 augustus 2019)

We hebben allemaal een beeld van onszelf, van wie we zijn. En ook een beeld van hoe we willen of zouden kunnen zijn. Voor de meeste mensen is dat zelfbeeld heel belangrijk, het vormt immers je identiteit. Dus wat nu, als dat beeld niet (meer) blijkt te kloppen? Of wanneer de langgekoesterde fantasieën niet méér blijken dan dat: fantasieën, die niet passen in de realiteit? Wie ben je dan nog?

Het is nu vier maanden stil op mijn blog. Ik vind het nog steeds raar. Dat ik na veel twijfels toch opeens kon zeggen: ik stop met bloggen op deze manier. En vooral, dat het zo ontzettend makkelijk blijkt om niet te schrijven. Terwijl ik sommige gewoonten maar niet kan afleren (ongezond eten, te laat opblijven ‘s avonds en te lang treuzelen als ik de deur uit moet, om maar wat voorbeelden te noemen), heb ik het schrijven zomaar van de ene op de andere dag laten vallen. Ik lijk het schrijven zelfs niet te missen. En toch, en toch. Dat besef doet wél pijn en het beangstigt me. De uren die ik anders kwijt ben aan schrijven, vullen zich nu met piekeren over waarom ik nu niet meer schrijf en wat dat betekent.

Dat klinkt misschien overdreven want waarom zou je je zo druk maken over iets dat je niet mist? Er is duidelijk meer aan de hand.

Miss Deadline als alter-ego

Het heeft alles te maken met mijn zelfbeeld en mijn fantasie-zelf. Ik heb mezelf altijd gezien als een woorddenker, liefhebber van mooie zinnen en nauwkeurig chroniqueur van mijn eigen dagelijksheden (*). Dat alles geboren uit de diepgewortelde drang tot vastleggen en behouden. Hoe onbeduidend ik mijn eigen leven veelal vond, ik wilde niets vergeten. Dat was op zichzelf waarschijnlijk al reden genoeg voor een psychiater om zich tien jaar in mij vast te bijten, maar dat even terzijde.

Als kind al hield ik haast plichtsgetrouw details van mijn leven bij – van een bloed-eerlijke dagboek over mijn gevoelsleven en een verhaal over mijn avonturen in het ziekenhuis (blindedarmoperatie op m’n 12e) tot lijstjes met mijn favoriete tv-series of hondenrassen. Je kunt het zo gek niet bedenken of ik hield het bij.

De drang was niet altijd even sterk. Verslag leggen is vermoeiend en eindeloos. Bij vlagen gaf ik er dan ook de brui aan, moe van het onthouden, duiden en vangen in woorden. Waarna ik weer spijt kreeg en de verloren herinneringen probeerde goed te maken door een nieuwe stortvloed aan minutieus opgetekende hersenspinsels en dromen.

Het Echte Schrijven

Toch duurde het even voor ik bedacht dat deze schrijfdrang meer zou kunnen zijn dan een eigenaardigheid. Dat schrijven letterlijk mijn ‘levenswerk’ zou kunnen worden. Ik ben aardig goed in taal – dat wil zeggen, beter dan in wiskunde of gymnastiek – maar niet goed genoeg, vind ik zelf. Voor dt-spelling had ik bijvoorbeeld een 3 op mijn tentamen. Bovendien moet ik bij het woord schrijver altijd denken aan een literair auteur, iemand die romans schrijft of poëzie. Essayist, columnist of desnoods onderzoeksjournalist zou ook nog kunnen. Dat zijn echte schrijvers en dat ben ik allemaal duidelijk niet, heb ik lang geleden al besloten. Ik heb geen ‘boek’ in me zoals ze dat noemen, ik mis de verbeeldingskracht voor literatuur en de kennis of opinie voor kwaliteitsnon-fictie.

Dus wat zou mijn schrijverij meer kunnen zijn dan enigszins dwangmatige bezigheidstherapie? (Dat ik schrijven ondertussen mijn dagelijks werk is, vergeten we even, ok? Schrijven van nieuwsberichten of vastgoedbrochures, daar is geen ‘ kunst’ aan, immers.)

En toen ontdekte ik het bestaan van bloggen. Ik las boeken als Julie & Julia en I Heart New York. Geen hoogstaande literatuur maar feelgoodverhalen die ik las puur voor afleiding en entertainment. Juist bij het lezen van die verhalen ging bij mij een lichtje branden van binnen.

De hoofdpersonen waren vrouwen die schreven zonder tussenkomst van een uitgever of eindredacteur maar hun schrijfsels direct de wereld instuurden … en daarmee veel mensen dagelijks leesplezier en zelfs inspiratie en inzicht boden. En geen sprookjes,  ze bestaan echt. Bloggers die vrijelijk delen op het net wat hen bezighoudt en daarmee iets teweegbrengen, maar bovenal ook zelf veel plezier in wat ze doen. Ik voelde aan mijn opgetogenheid tijdens het lezen van die boeken dat die manier van schrijven mij niet alleen mateloos aantrok maar ook haalbaar leek. Maar was het goed genoeg?

Bloggen, het b-schrijven?

Ik ging het proberen, dat bloggen. En al zag ik het als een lagere vorm van schrijven, het b-schrijven, al was het vaak zwoegen en zweten (met veel gekreun en gesteun ook nog eens), ik ontdekte iets bijzonders: bloggen vind ik heel leuk om te doen! Het voelt goed om die schrijfdrang niet alleen te gebruiken om vast te leggen voor mezelf maar om iets te creëeren waar ik trots op ben en dat ook te delen met anderen. Dat anderen daar vervolgens ook plezier aan beleven is natuurlijk helemaal mooi.

Al gauw werd het bloggen heel belangrijk voor me want het gaf me een speciaal gevoel. Ik was niet meer laat-maar-zitten-laatbloeier Laetitia, maar Miss Deadline – blogger met een missie. Waar kan ik mijn superheldencape bestellen?

Beeldenstorm

Tja, dat was heerlijk, maar tegelijk ook een valkuil, dat mooie, speciale beeld dat ik van mezelf had gemaakt. Mijn identiteit als Miss Deadline. Want op een gegeven moment ging het natuurlijk even niet zo lekker met schrijven doordat er van alles veranderde, van binnen en van buiten.

Door een nieuwe baan kwam het bloggen in het gedrang en zelf was ik ook aan het veranderen. Daardoor begon ik me af te vragen of ik nog wel kon blijven schrijven waarover ik schreef op de manier dat ik dat deed. Even een blogpauze inlassen om daarop te bezinnen, leek een goed idee. Wat ik niet verwacht had, was dat dat juist een storm aan verwarrende gedachten opriep. Opeens donderde dat mooie beeld van mezelf als Miss Deadline als een fragiel kaartenhuis in elkaar.

Soms lag ik in bed en dacht: Wat als ik nooit meer een nieuwe blog schrijf voor Miss Deadline? Wat als dit dit geen pauze is, maar een stop? Die gedachte vloog me letterlijk naar de keel. Waarom? Omdat ik bang was dat het betekende dat ik geen echte schrijver ben. Geen schrijver pur sang (de literaire auteur) en ook nog niet eens een b-schrijver! Als ik dat wel was, zou ik toch niet zomaar stoppen? Dan zou het toch zo moeten zijn dat niets of niemand me ervan kan weerhouden te schrijven. Een schrijver schrijft omdat ze het niet laten kan, zelfs als ze geen inspiratie heeft. Toch?

Moraal van mijn verhaal

Waar wil ik heen met mijn veel te lange verhaal waarin ik al heel veel regels van het echte schrijven aan mijn laars heb gelapt? Net als velen met mij in deze maatschappij ben ik opgegroeid met het idee dat je op zoek moet naar je ware identiteit en je talenten moet ontdekken. En dat wanneer je eenmaal je passie hebt gevonden, alles op z’n plaats zal vallen. Je passie, dat is de zin van je bestaan. Dan is geen berg te hoog of hindernis te zwaar om te trotseren, je gaat ervoor, als vanzelf. Maar wat blijkt, juist dat hele idee van een allesbetekende passie als kern van wie je bent – en dus wat je waard bent! – is de belemmering. Ik zou haast willen zeggen, een allesverlammende last.

Want wie bepaalt eigenlijk wanneer je jezelf een echte schrijver (of want dan ook, vul maar in wat voor jou van toepassing is) mag noemen. Nu, er zijn natuurlijk hordes critici, wetenschappers en recensenten die hier duidelijke meningen over hebben, afgezien nog van alle lezers. Maar van al die mensen is er maar een iemand met een mening die ertoe doet: jij zelf.

Ik vind dus zelf dat je pas een echte schrijver bent als je je haast gedwongen voelt tot schrijven. Dat je elk moment van de dag aan schrijven denkt. Dat zelfs een boodschappenlijstje als vanzelf een gedicht wordt, of de eerste alinea van een roman.

Natuurlijk ben ik in dat denkbeeld beïnvloedt door de maatschappij, maar als ik het niet zou geloven wat ‘de anderen’  zeggen, dan zou het geen probleem zijn. Het is een construct van gedachten en niet meer dan dat, alleen maar gedachten. Niets belet mij om die gedachten gewoon als klinkklare onzin naar het rijk der fabeltjes te bonjouren. Niets, behalve ik zelf.

Want als ik dat zou doen, wat blijft er dan nog over van mijn identiteit? Wat maakt mij nog speciaal, anders dan de rest? Dan ben ik gewoon een vrouw, met twee katten en een laptop op schoot.

Dan is er nog maar een vraag:

en wat dan nog?

We zijn altijd maar op zoek naar wie we zijn en wat we willen worden. Laten ons gek maken door het idee dat je er pas toe doet als je ‘speciaal’ bent, anders dan de rest. Paradoxaal genoeg denken we dat we er dan pas echt bij horen. Maar ergens begint het me nu te dagen dat dat zoeken en graven niet de weg is naar het vinden van jezelf. Het beeld dat ik maakte van de Echte Schrijver leidde me immers alleen maar verder weg van het schrijven. Ik ontnam mezelf het plezier in iets wat ik heel graag doe.

Het kwam pas terug toen ik het helemaal durfde los te laten, die bende in m’n hoofd. Vier maanden later, zonder bezinning, zonder plotselinge inzichten in mijn ‘ ware’  ik of mijn passie, zonder plan van aanpak. Gewoon een vrouw, met twee katten, die op een dag haar laptop er weer eens bij pakte:

Hoi, mijn naam is Laetitia en ik schrijf

 

 

(*) Ik heb onlangs de bundel Dagelijksheden van Remco Campert gelezen; aanrader voor liefhebbers van eenvoudige schoonheid.

Dit artikel bevat affiliate (commerciële) links. Dat betekent dat als je op één van deze links klikt en een aankoop doet in de webshop (bol.com), ik een kleine commissie krijg. Je betaalt niets extra’s voor je product maar je steunt mij wel als blogger. Alvast bedankt!

Beeld: Jacqueline Macou via Pixabay

2 thoughts on “Wie ben ik nog als ik geen schrijver ben

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

CommentLuv badge

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.